Plaatsing

1. Voorbereiding

Het voorbereiden van de grond is heel belangrijk voor een goed resultaat. Zorg ervoor dat de ondergrond onkruidvrij gemaakt is. Maak eerst de grond een beetje los. Zanderige gronden kun je verbeteren door compost of grondverbeteraar door de bovenste laag te mengen. Hark het oppervlak vervolgens zo egaal mogelijk aan. Door de aarde nu goed aan te drukken, voorkom je dat er later kuilen in het gazon komen. Je kunt dit doen met een gazonwals, metalen lat of met je schoenen. De grond moet een 3-tal cm lager leggen dan het terras, paadjes,…

Hark de aarde nu nogmaals lichtjes aan en loop niet meer op het oppervlak. Nu kunnen de graszoden uitgerold worden.

Om een extra voeding mee te geven aan de graszoden, kan er gazonmeststof op de grond gestrooid worden, voordat je de zoden plaatst.

2. Plaatsen

Plaats liever geen graszoden boven 25°C, pas uw planning aan volgens de weersomstandigheden.  De dag dat de graszoden geleverd/afgehaald zijn, moeten ze verwerkt worden. Hou u dan ook aan het afgesproken afhaaltijdstip!

Begin met een rechte kant van het gazon. Als er geen duidelijke rechte lijn is, kan een hulplijntje houvast bieden. Leg de zoden strak tegen elkaar aan. Loop daarbij alleen op de aangeharkte grond en niet op het gras. Graszoden die over de grens van het gazon steken, kun je met een kantensteker of scherp mes afsnijden. Leg de graszoden in verband verder.

Om de wortels van de graszoden goed contact te laten maken met de grond is het aan te raden het gazon te walsen. Rol een keer in de lengte en in de breedte van het gazon. De eerste dagen zijn de graszoden nog zeer kwetsbaar. Er wordt aangeraden om het gras de eerste 2 à 3 weken beperkt te betreden.

Om uitdrogen te voorkomen moeten de graszoden meteen beregend worden.  De eerste beregening 20 liter water/m² aan.  Je kunt dit meten door een leeg bierglas op het gras te zetten. Wanneer dit halfvol is, heeft het voldoende. De eerste week zeker 10-15 liter/m²/dag bewateren, liefst in 2 beurten (’s morgens en ’s avonds).
Verder een 2-tal weken voldoende  water geven zodat de zoden niet uitdrogen.  Na ongeveer 10 dagen mag men beginnen te maaien. Zorg ervoor dat de grasmachine hoog genoeg staat, zodat de graszoden er niet indraaien!

3. Onderhoud van de zoden

Als de graszoden net gelegd zijn, zal het gazon er perfect uitzien. Om ervoor te zorgen dat het ook zo mooi blijft, is regelmatig onderhoud noodzakelijk. Voor een speelgazon is één keer maaien in de week over het algemeen voldoende, een siergazon best tweemaal per week maaien. Laat het afgemaaide gras niet op het gazon liggen. Verder is het belangrijk dat het gras niet uitdroogt, in droge perioden moet er beregend worden. Om onkruiden zo weinig mogelijk kans te geven, moet het gras snel groeien. Regelmatige bemesting zorgt hiervoor (om de 6 à 8 weken). Tot eind oktober kan men het gazon bemesten. Verder ieder jaar in het najaar kalk smijten om de Ph-waarde van de grond optimaal te houden.

Gazonsproeier
Ja, ik ontvang graag vrijblijvend een prijsofferte